Menig fotograaf haalt de begrippen tussenringen en converter nogal eens door elkaar. De enige overeenkomst is dat je met deze accessoires veel nieuwe mogelijkheden toevoegt aan de objectieven die je reeds in bezit hebt. Daar houden de overeenkomsten echter wel op.
Tussenringen
Tussenringen (ook wel aangeduid als extension tubes) koop je vaak in een setje van drie, waarbij iedere ring een iets andere dikte heeft. Veel meer dan een ring is het ook niet, aangezien er geen glas in zit. Je plaatst één of meerdere tussenringen tussen een objectief en je camera. Met de tussenringen verkort je de kortste scherpstelafstand en kun je dus dichter op je onderwerp komen.
Let bij de aanschaf van tussenringen op de aanwezigheid van elektronische contactpunten. De communicatie tussen je camera en objectief blijft daardoor intact. In theorie kun je daardoor nog steeds werken met de autofocus. De praktijk is wat weerbarstiger. Je kunt beter manueel scherpstellen via Live View. De contactpunten zijn vooral handig voor een juiste belichting. Er is nog een belangrijk aspect bij de aanschaf van tussenringen: het materiaal. Wie zoekt op tussenringen merkt direct een enorm prijsverschil op. Het merk is niet zo relevant, aangezien er toch geen glas in zit. Het prijsverschil wordt veroorzaakt door verschillen in materiaal. Koop altijd tussenringen die volledig van een metaalsoort gemaakt zijn. Zeker bij een wat zwaarder objectief zouden kunststof tussenringen ongemerkt iets door kunnen buigen, hetgeen de beeldkwaliteit uiteraard niet ten goede komt.
Gebruik van tussenringen
Tussenringen kun je bij al je objectieven gebruiken, behalve bij de meeste groothoekobjectieven. Je komt zo dichtbij dat scherpstellen niet meer mogelijk is of dat de scherpstelling achter de sensor komt te liggen. Bij alle andere objectieven betekent het dus een verkorting van je kortste scherpstelafstand en daarmee een grotere weergave van je onderwerp in beeld. Bij macro-objectieven ga je naar een grotere vergrotingsfactor dan 1:1 en leg je de meest waanzinnige details vast. Een tele-objectief krijgt bij het gebruik van tussenringen macro-eigenschappen. Hoe groter het tele-objectief, hoe meer ringen je nodig hebt om echt dichtbij te komen. Welke ring of hoeveel ringen je exact nodig hebt, is dus enerzijds afhankelijk van je objectief, maar anderzijds ook van het beoogde effect. Experimenteren loont dus.
Tussenringen maken het niet alleen mogelijk dichter op je onderwerp te kruipen, maar zorgen er ook voor dat de scherptediepte afneemt. Hiermee kun je onderwerpen beter uit de omgeving isoleren. Voor het echter macrowerk betekent dit dat de scherptediepte soms nog geen millimeter bedraagt. Dit vraagt om uiterst nauwkeurig werken. Het beste doe je dit vanaf statief met een onderwerp dat absoluut niet beweegt. Een ander aspect om rekening mee te houden is het verlies aan licht. Bij één ring verlies je ongeveer één stop aan licht, bij een volledige set ongeveer twee stops. Dat betekent werken met langere sluitertijden of hogere ISO-waarden.
Bij het gebruik van tussenringen kun je niet langer meer op oneindig scherpstellen. Omdat je tussenringen juist gebruikt om dichter op je onderwerp te kruipen hoeft dat geen probleem te zijn.
Converter
Ook een converter plaats je tussen je objectief en camera. In een converter zit een lens, bedoeld om het beeld uit te vergroten. Een converter heeft een sterkte van 1,4x of 2x. Met een converter krijg je dus een groter bereik. Zo wordt een 500 millimeter met een 1.4x converter een 700 millimeter en met een 2x converter zelfs 1000 millimeter.
Uitvergroten betekent ook het uitvergroten van ‘lensfouten’. Hoe beter je objectief, hoe beter de resultaten. Kwalitatief mindere objectieven vallen met een converter al snel door de mand. Het beeld is dan simpelweg niet scherp meer. Over het algemeen wordt daarom ook aangeraden een 1.4x converter te gebruiken. Een 2x converter gebruik je alleen de allerbeste objectieven. Voor de converter geldt uiteraard hetzelfde. De techniek staat niet stil. Wil je een converter, investeer dan in de laatste, actuele modellen.
Met een converter verlies je aan lichtsterkte. Bij een 1.4x converter is dit 1 stop, bij een 2x converter 2 stops. Dat lijkt misschien mee te vallen, maar bedenk dat je met grote objectieven iedere beweging flink uitvergroot. De gewenste korte sluitertijden worden lastiger te realiseren, zeker bij tamelijk donkere omstandigheden. Het lichtverlies leidt ook tot een tragere autofocus of zelfs het volledige verlies ervan. Iedere camera heeft een eigen minimale diafragmawaarde waarop de autofocus nog werkt. Heb je een objectief met een maximaal diafragma van f/4, dan wordt dat met een 2x converter f/8. Verschillende camera’s kunnen bij die waarde niet meer focussen. Gaat dat nog wel, dan geldt dit vaak voor alleen het middelste autofocuspunt.
Het laatste aandachtspunt is dat veel converters een wat uitstekend lensdeel hebben. Hiervoor moet je objectief aan de achterzijde wel ruimte hebben, anders past het niet. Zo paste mijn Canon converter niet op een Sigma macro-objectief…
Close-upfilter/voorzetlens
Een laatste mogelijkheid om meer uit je bestaande objectieven te halen, is het gebruik van een voorzetlens. Dit kan één enkele lens zijn, maar ook een setje van meerdere lenzen. Het is letterlijk een vergrootglas voor je objectief. Naarmate de brandpuntsafstand van je objectief toeneemt, neemt ook het effect toe, maar ook de beeldafwijkingen. Van de drie genoemde producten heeft een voorzetlens de minste kwaliteit. In het centrum blijft het beeld nog wel een tijdje acceptabel, naar de randen toe wordt het beeld echter snel minder. Bij voorzetlenzen met een grote vergrotingsfactor of bij het gebruik van een objectief met een behoorlijke brandpuntsafstand (grofweg meer dan 50 mm) ontstaat een behoorlijke onscherpte en zijn de foto’s niet langer bruikbaar.
Conclusie
Er zijn verschillende manieren om voor relatief weinig geld veel bereik/functionaliteit aan je bestaande objectieven toe te voegen. Bij tussenringen gaat het enkel om dichter op je onderwerp te komen, zonder al te veel kwaliteitsverlies. Bij een converter en voorzetlens gaat het echt om een uitvergroting van het beeld. Hoe ver je kunt gaan is afhankelijk van de kwaliteit van je objectief en de vergrotingsfactor. Hoewel alle producten zeker veel (kunnen) toevoegen, kleven er aan ieder product nadelen. Je mag dan ook geen goedkope wonderen verwachten in vergelijking tot de veel duurdere alternatieven, zoals een groter tele-objectief.