Dit jaar onderga ik af en toe een foto-uitdaging. Het was er wel weer eens tijd voor. Tijdens een foto-uitdaging word ik door mijn vrouw op pad gestuurd naar een onbekende bestemming, een plek waar ik normaal niet snel kom en dat ook binnen een beperkt tijdsbestek. Het leuke daarvan is dat je gedwongen wordt anders te kijken en daarmee andere foto’s te maken. Ditmaal werd ik niet door mijn vrouw, maar door mijn dochter op pad gestuurd. Vorige week kwam ze naar me toe gerend: “papa, papa, kom eens kijken”.
Ik moest meekomen naar de Wijnbeek. Wie mij een beetje op social media volgt, ziet wel eens een foto uit mijn eigen dorp Neer voorbij komen. Als daarin een beek een rol speelt, is dat de Neerbeek. Dit is een fraaie slingerende beek met een interessant beekdal, fraaie zichtlijnen en boeiende cultuurhistorie (onder andere de watermolen tegenover mijn huis). Achter mijn huis loopt echter nog een beek, namelijk de Wijnbeek. De reden dat ik daar nooit kom is tweeledig. De voornaamste reden is het onnatuurlijke karakter ervan. Het is een zeer smalle, kaarsrechte goot, deels met zelfs een betonnen bedding. In de zomer staat het beekje meestal droog, nu stroomt er nog wel wat water doorheen. Verder stroomt de beek vooral langs achtertuinen. Van een mooi landschap is dan ook geen sprake.
De reden dat ik mee moest komen, waren de bloemen. Pinksterbloemen en de vrolijke sterretjes van speenkruid om precies te zijn. Vanochtend was het dan zover, 1,5 uur fotografeertijd rond de Wijnbeek. Voordat ik aan de slag ga, bepaal ik eerst wat de sfeer van de foto’s moet worden. Ik wil daarbij het gegeven van de beek een rol laten spelen in mijn foto’s, anders had ik net zo goed op een willekeurig graslandje kunnen gaan zitten. Bij de beek horen onder andere de volgende kenmerken:
- Uiteraard het water zelf, als rechte lijn of als licht element.
- De diepe ligging met de extreem steile oevers. Door de v-vorm die zo ontstaat, kun je het beeld ruimtelijk inkaderen, spelen met licht en donker, en na zonsopkomst met delen die zonlicht ontvangen of die nog in de schaduw liggen.
Net als bij de vorige foto-uitdaging koos ik ervoor om met maar één lens te werken. Op mijn Fujifilm GFX50S schroefde ik de 120mm macro. Zo kon ik me volledig op het resultaat en de mogelijkheden richten, zonder tijd te verliezen door het wisselen van lenzen en dergelijke. Hieronder zie je het resultaat van een ogenschijnlijk kansloze plek. Laat het een inspiratie zijn in deze gekke coronatijd. Je hoeft niet ver van huis om je lekker fotografisch uit te leven.
Leuke reeks, Bob. En ik zie veel dingen die ik ook zou moeten toepassen. Leerzaam dus.
Bedankt Ward, gewoon lekker proberen en genieten!
Wat mooi dat je de making off laat zien met eigenlijk zoveel mogelijkheden.
En met zo weinig hulpmiddelen kom je toch tot hele mooie en unieke beelden in alle eenvoud en in een op zich niet uitdagende omgeving.
Dank je wel voor het delen van deze leerzame challenge;!
Dank je Annemiek. Hoe minder hulpmiddelen, hoe liever ik het heb. Zo gaat het reflectiescherm maar enkele keren per jaar mee, dus meestal niet meer dan een camera en een lens 😉