In deel 3 gingen we voor het eerst naar buiten met de Fuji GFX 5s. In dit vierde en voor nu (even) het laatste deel, bekijken we een aantal andere zaken uit de praktijk.
Ruis
De Fuji gaat tot maximaal 12.800 ISO. In de concurrerende wereld die langzaam richting de miljoen ISO kruipt, lijkt dit wat weinig. Toch moet Fuji hier een reden voor hebben. Bij de meeste camera’s zijn de maximale ISO-waarden voor de fun; bruikbare opnames maak je er niet mee. Bij de Fuji is dat anders. De maximale ISO van 12.800 levert verrassend goede foto’s op. Zo is er geen sprake van kleurenpixels e.d. Het enige dat zichtbaar is, is wat korrel. De hoeveelheid daarvan is dermate beperkt, dat dit gemakkelijk (grotendeels) te verwijderen valt. Dat roept bij mij wel vraagtekens op: 25.600 of 51.200 ISO hadden wat mij betreft direct op de camera gemogen, wetende dat je dan uiteraard wat concessies gaat doen. 12.800 ISO is dus heel goed bruikbaar.
Overigens schijnt het onder controle houden van de ruis deels verantwoordelijk te zijn voor het uiterlijk van de camera. Zo zit het kantelbare scherm wat ver naar achteren, hetgeen de camera nu niet direct een slank uiterlijk bezorgt. Maar de elektronica van een scherm genereert warmte, iets dat ze bij Fuji niet in de omgeving van de sensor wilde hebben.
Merk hier meteen een kenmerk van een 51 MP camera op. Reeds na 10 seconde zijn de sterren tot streepjes uitgesmeerd. Hoe meer pixels, hoe lastiger het wordt de sterren als puntjes te behouden. Dit geldt trouwens voor alle vormen van beweging. Normaal geldt het geheugensteuntje 1 / mm brandpuntsafstand is je maximale sluitertijd bij het uit de hand fotograferen. Met een dergelijk aantal pixels kun je beter het tweevoudige aanhouden. Waar je op 100 millimeter normaal dus prima uit de voeten kunt met 1/100 seconde, kun je bij 51 MP beter kiezen voor 1/200 seconde. Hierbij dient opgemerkt te worden dat ik met mijn 120 mm macro reeds diverse foto’s rond 1/20 seconde gemaakt heb. De beeldstabilisator doet dus uitstekend zijn werk.
Dynamisch bereik
Dit was voor mij één van de voornaamste redenen van de aanschaf. En de Fuji stelt hierin niet teleur, wat een enorm bereik. Dat merk je niet alleen bij het maken van foto’s in het veld, maar vooral ook in de nabewerkingsmogelijkeden. Zonder noemenswaardige problemen licht je de foto gemakkelijk 5 stops (!) op. Met mijn Canon lukte dat tot 2 of 3 stops, maar daarna werd het beeld echt onbruikbaar. Hier niet, het beeld blijft van prima bruikbare kwaliteit. De ruis neemt weliswaar toe, maar zonder gekke kleurfouten o.i.d.
Bokeh
Met een grote sensor neemt de scherptediepte wat af. Tel daar het fraai glas en een volledig open diafragma bij op en je krijgt een prachtig zacht bokeh. Als liefhebber van (zachte) sfeertjes perfect voor mij!
Beeldverhouding
Nog niet benoemd, maar wie naar deel 3 en 4 van deze blogserie kijkt, valt op dat de foto’s een andere verhouding hebben dan bij een spiegelreflex, namelijk 4:3 in plaats van 3:2. Je kunt in de camera aangeven welk formaat je wenst, tot breedbeeldverhoudingen aan toe. Zelf kies ik ervoor gebruik te maken van de maximale resolutie en de foto’s naderhand desgewenst bij te snijden.
Sterke punten
- Compact en licht van gewicht voor een middenformaat camera
- Fantastisch detail
- Groot dynamisch bereik
- Weinig ruis
- 425 scherpstelpunten, die in mijn optiek snel genoeg zijn
- Kantelbaar touchscreen scherm
- Alles (scherm, knoppen, …) geheel naar smaak in te richten
Minder sterke punten
- Korte levensduur van de accu
- Nog maar weinig objectieven beschikbaar
- Kostbaar
Voorlopige conclusie
Natuurlijk, ik heb de camera pas een week. Er valt nog heel veel te ontdekken. Toch geniet ik van ieder moment met deze camera. Hoewel anders, werkt alles toch wel lekker intuïtief. Binnenkort maar eens dieper in de menu’s duiken om te bekijken wat er nog meer uit te halen valt. En nu maar hopen dat er snel meer objectieven bij komen, want een bereik van 70-200 mm zou toch wel erg fijn zijn. To be continued…
Bij Olympus kun je ook de beelduitsnede instellen. Voor RAW is dat betekenisloos, je krijgt gewoon het randje boven en onder er alsnog bij. Maar ik vind (over het algemeen) het 2:3 formaat wel mooi, dus het feit dat de zoeker alleen dat laat zien helpt mij in de compositie. Thuis heb ik dan nog wat reserve als ik op de PC kijkende de foto toch iets hoger of lager wil hebben. Bevalt mij goed deze werkwijze. Waarom deel ik dit nu weer? Nu ja, bedankt dat je al deze artikelen met ons hebt willen delen! En veel plezier met de dynamische eigenschappen die voor Nikon/Olympus gebruikers al zo lang gewoon waren, maar die voor Canon gebruikers ongetwijfeld een openbaring zijn 😉
Bedankt Menno, en ik onderschrijf het voordeel van het kunnen zien van afwijkende formaten in de elektronische zoeker. Vooral afwijkende formaten, zoals vierkant, kunnen in het veld best lastig zijn. Voorheen was het dan vaak een kwestie van wat marge aanhouden aan de randen, nu zie je direct de gevolgen. Overigens, het dynamisch bereik van Nikon is inderdaad een stukje beter dan dat van Canon, maar haalt het eveneens niet bij de Fuji.