Ritme is een regelmatige herhaling en kennen we onder andere in de muziek. Ook in de fotografie speelt ritme een belangrijke rol. In de natuurfotografie zijn we ons vaak niet bewust van de kracht van ritmes. In dit artikel laat ik zien hoe je ritme kunt vinden en effectief toepast.
Orde in de chaos
Ritme is een typisch menselijk trekje. We hebben behoefte aan orde in de chaos die natuur heet. Die zoektocht uit zich op eindeloos veel manieren. Zo hebben we een klok uitgevonden die onze dag netjes in 24 gelijke uren verdeelt en een kalender die ons vertelt op welke dag we van het jaar aanbeland zijn. Ook in de dingen die we maken zijn we doorlopend op zoek naar orde. Kijk maar eens in een interieur. Vrijwel alle aanwezige elementen zijn spiegelsymmetrisch. Het absolute menselijke toppunt zien we terug in de Renaissance en de Barok, waarbij gebouwen en tuinen ontworpen zijn op de menselijke maat en perfecte orde uitstralen.
Wie zich bezighoudt met natuurfotografie, heeft geen strakke buxusperkjes, maar een chaotische wereld als werkterrein. Als fotograaf is het de kunst te zoeken naar orde in de chaos. Dit kan door ballast weg te laten (de kunst van het zien), een uitgekiend gebruik van licht of door het gebruiken van ‘hulpmiddelen’, zoals ritme.
Menselijke elementen
Geef de mens de opdracht een ruimte in te richten en de kans is groot dat dit met rechte lijnen gebeurt. In ons deel van de wereld is geen millimeter landschap ongeroerd gebleven, overal zijn in meer of mindere mate sporen van mensen te vinden. Dan hebben we het niet alleen over harde elementen, zoals wegen, spoorlijnen en windmolens, maar ook groene, landschappelijke elementen. De sterkste elementen voor een landschapsfotograaf zijn lange bomenrijen die wegen of watergangen flankeren. Subtieler, maar niet minder dwingend zijn de eindeloze rijen paaltjes die terreingrenzen markeren. Vaak ervaren we ze als storend. Toch geven ze sterk richting en maat aan een landschapsfoto.
Orde in de natuur
Hoewel de pure natuur tamelijk chaotisch is, kun je ook daar repeterende elementen aantreffen. Je moet er alleen beter je best voor doen het ritme te vinden. Wie goed kijkt, ziet dat aanleidingen overal te vinden zijn. Blijven bewegen is het advies, totdat de puzzelstukjes perfect samenvallen. Maar waar moet je in de natuur dan zoal aan denken?
Bij ritme gaat het om repetitie. Een element moet dus zo krachtig mogelijk herhaald worden. In de meest pure eenvoud gaat het om twee nagenoeg gelijke elementen, maar meer mag uiteraard ook. Is het gehele beeld gevuld met zich herhalende elementen, dan spreken we van patronen. Het is belangrijk dat elementen wel echt zo gelijk mogelijk zijn qua vorm, licht en kleur. Twee berken op de heide werken samen prima, een berk en een den niet, omdat dit geen gelijke elementen zijn.
Twee (of meer gelijke) bomen dus, of paddenstoelen, bloemen, juffers, … Om bij bomen te blijven; deze hoeven uiteraard niet netjes naast elkaar te staan. Vaak liever niet zelfs, omdat ze met elkaar gaan concurreren om aandacht. Beter is te kiezen voor één hoofdonderwerp, de andere is alleen nodig voor het herstellen van de balans in de foto. Wanneer de tweede boom zich op enige afstand bevindt van de eerste, zal deze kleiner op de foto verschijnen en zo het gevoel van diepte versterken. Op deze manier geeft ritme een duidelijke (kijk)richting mee in de foto.
Netjes parallel
Hoge elementen, zoals bomen, hebben de neiging naar elkaar toe te vallen wanneer de horizon onder het midden geplaatst wordt. Daarmee gaat het effect van herhaling verloren, omdat ieder element onder een net iets andere hoek op de foto verschijnt. In het veld kun je dit voorkomen met een (duur) tilt&shiftobjectief. Heb je geen dergelijk objectief, dan kun je alle verticale elementen ook in de nabewerking netjes recht zetten. Dit gaat uiteraard wel een beetje ten koste van de beeldkwaliteit. Het alternatief is het aanhouden van een grotere afstand en een teleobjectief gebruiken.
Het weer helpt
Bij ritme zoek je het vaak in een direct onderwerp, maar bedenk dat het weer je enorm behulpzaam kan zijn. Is het mistig of sneeuwt het, dan vervaagt de achtergrond waardoor de dieptewerking van je foto toeneemt. In heuvelachtige gebieden ontstaat een prachtig repeterend spel (‘laagjes’) van heuvels en dalen wanneer het wat nevelig is. En natuurlijk zijn er de wolken die op hun eigen wijze ritmes kunnen veroorzaken. Denk maar eens aan schapenwolkjes die strak geordend zijn in wolkenstraten of aan fijne sluierslierten.
Water geeft een foto een eigen ritme. Bij wat wind zorgen de golfjes voor oneindig herhalende lijnen. Waait het niet, dan vormt het water een perfecte spiegel. Die spiegel geeft al veel rust in beeld, maar wat als een sterk ritme daar nog eens in gespiegeld wordt?
Het ritme doorbreken
Breken met de regels maakt alles spannender. Zo is het ook met ritmes. Vanuit het menselijke perspectief moet alles perfect zijn, maar die ene afgebroken boom in een laan of dat ene blaadje op dat perfecte tapijt van mosjes… Ritme brengt rust in een foto, maar een klein beetje chaos om het spannend te houden mag best!
Nog een paar voorbeelden