Een van de mooiste fotowedstrijden is het Italiaanse Asferico, vanwege de vaak vernieuwende uitslag. Ik ben dan ook verheugd dat een van mijn foto’s een highly commended wist te behalen uit de 18.000 inzendingen. Toen ik de foto maakte, had ik al direct het gevoel dat ik deze eens moest insturen. Ik neem jullie mee terug naar 13 september 2020.
Er was mist voorspeld en dan ben ik uiteraard van de partij. De ochtend stelde zeker niet teleur. Het doel was een gebiedje in Grenspark Kempen~Broek. Je kunt daar heerlijk vrij rondstruinen, er staan wat markante bomen en er lopen grote grazers. Kortom, aanleidingen genoeg om mee bezig te gaan. In het eerste ochtendlicht stort ik me eerst op een boom. In het tamelijk monotone veld van pitrus is het even zoeken naar een interessant element voor de voorgrond. Uiteindelijk vind ik een mooie pol zegge, die opvalt door het formaat, vorm en het feit dat ‘ie wat licht reflecteert.
De lucht kleurt prachtig. Ineens is er tumult aan de overkant van de weg. Een paar Exmoorpony’s heeft het met elkaar aan de stok. Dat kan ik niet laten schieten en snel switch ik van locatie. Zodra de rust eenmaal is teruggekeerd, steek ik weer over naar mijn beoogde plekje, nu aan de beek. De kleur is inmiddels verdwenen, wel hangt er nog steeds wat sfeervolle mist.
Wanneer de zon eenmaal op is en de mist langzaam optrekt, besluit ik mijn drone even op te laten. Daarmee is het verloop van de beek mooi te zien. Ook in de luchtfoto’s zoek ik naar aanleidingen voor de voorgrond. Ik maak dan ook dankbaar gebruik van een paar dode bomen.
Na een minuutje of tien berg ik de drone weer op en ga op zoek naar details. Door de lage temperatuur en de mist hangen er overal dauwdruppels aan. Dan ineens struikel ik haast letterlijk over een dode Schotse hooglander. Ik schrik me een ongeluk. Het dier kijkt me recht aan. Is ‘ie wel echt dood? Ik zie geen ademhaling, dus ja. Het moet echt pas enkele uren dood zijn; de ogen zijn nog mooi helder.
Ook de Schotse hooglander is behangen met dauwdruppels, een buitenkans om hiermee aan de slag te gaan. Allereerst focus me ik op het oog. Het bezorgt me kippenvel; doorlopend heb ik het idee dat het dier me aankijkt. De krachtige blik, dauwdruppels en het contrast in tinten maakt het een intrigerende plaat.
Wanneer ik me vervolgens focus op abstracte patronen in de vacht, ontdek ik een vliegje. Het valt haast niet op, omdat het dezelfde kleur heeft als de vacht van de hooglander. Korte tijd later ontdek ik een kleurrijke cicade. Het diertje zit op een lelijke plek, maar is in beweging. Even verderop is er een soort weerborstel in de vacht, een open plekje. Zou het? Na enkele minuten bereikt de cicade dat plekje en kan ik mijn geluk niet op. Een intense ochtend resulteert in een bijzondere plaat. Daarmee is het voor mij even genoeg. Ik fotografeer niet verder, maar keer vol verhalen huiswaarts. Ondertussen licht ik de kuddebeheerder in, die het dier na enkele uren afvoert.