In ons deel van de wereld zijn we gezegend met een gezonde dosis neerslag. Het is precies genoeg voor een groen landschap, stromende beken, uiteenlopende agrarische activiteiten en de drinkwatervoorziening. Zoals het weer hier gevarieerd is, geldt dat ook voor de neerslag. Langdurige perioden met motregen worden (steeds vaker) afgewisseld met enorme plensbuien, al dan niet met een stevige klap onweer. Met de juiste voorbereidingen kunnen ook onder natte omstandigheden bijzondere weerfoto’s gemaakt worden. Foto’s die onder droge omstandigheden onmogelijk zijn. In ons deel van de wereld zijn we gezegend met een gezonde dosis neerslag. Het is precies genoeg voor een groen landschap, stromende beken, uiteenlopende agrarische activiteiten en de drinkwatervoorziening. Zoals het weer hier gevarieerd is, geldt dat ook voor de neerslag. Langdurige perioden met motregen worden (steeds vaker) afgewisseld met enorme plensbuien, al dan niet met een stevige klap onweer. Met de juiste voorbereidingen kunnen ook onder natte omstandigheden bijzondere weerfoto’s gemaakt worden. Foto’s die onder droge omstandigheden onmogelijk zijn.
Regendruppels
Bij het fotograferen van waterdruppels wordt al snel gedacht aan dauwdruppels in de morgen. Het is natuurlijk ook mogelijk om regendruppels te fotograferen. Het gaat daarbij niet om druppels die in de vegetatie hangen, maar om vallende druppels, zodat je echt ziet dat het om regen gaat.
Regendruppels vallen met enkele tientallen kilometers per uur uit de hemel naar beneden. De exacte snelheid is onder andere afhankelijk van de grootte van de druppels. Om de vallende druppels ‘bevroren’ in beeld te krijgen, moet kort belicht worden, bij voorkeur korter dan 1/500 seconde. Bij een langere sluitertijd vervagen de regendruppels tot strepen, hetgeen weer een totaal ander effect oplevert. Hoe langer de sluitertijd, hoe langer de strepen worden, totdat ze dermate vaag worden dat ze in hun omgeving verdwijnen. Het beste resultaat van beide vormen van druppelfotografie ontstaat in combinatie met een telelens, waarbij gekozen wordt voor een open diafragma. De regendruppels komen daardoor mooi los van de achtergrond. Hierbij moet niet te ver op de achtergrond gefocust worden, want dan zijn de kleine regendruppels nog nauwelijks zichtbaar. Hoe harder het regent en hoe dikker de druppels, hoe overtuigender het resultaat zal zijn.
Naast het fotograferen van druppels in de lucht, kunnen natuurlijk ook de druppels gefotografeerd worden die op de ondergrond te pletter slaan. Een druppel die op een vaste ondergrond valt, explodeert in tal van kleine druppeltjes. Druppels die in het water vallen, creëren kringen en een terugspringende druppel. Ook hier geldt weer dat een korte sluitertijd vereist is. Een flitser of andere lichtbron kan hierbij uitkomst bieden.
Fotograferen bij regen?
Fotograferen op een regenachtige dag klinkt (en is) heel wat minder aantrekkelijk dan die heerlijke lentedag waarbij het zonnetje lekker mee werkt. Toch biedt de regen ook zeker voordelen. Wanneer alles nat is, zijn de kleuren veel intenser, zeker wanneer ook nog eens een polarisatiefilter gebruikt wordt. Kijk maar eens naar een houten schutting of een stenen terras in de tuin. Naast de nattigheid, heeft regen natuurlijk ook nog enkele andere nadelen. Tijdens de regen is het doorgaans erg donker, zeker in een omgeving die vanuit zichzelf toch al donker was, zoals een bos. De duisternis zal al snel resulteren in langere sluitertijden. Als het dan waait, wordt het fotograferen lastig, of ontstaan nieuwe mogelijkheden.
Camerabescherming
De camera is tegenwoordig een geavanceerd stukje elektronica. In basis gaan water en elektronica niet goed samen. Nu zijn professionele camera’s en objectieven beter gebouwd op dit soort omstandigheden dan instapmodellen. Toch is voorkomen beter dan genezen, want kortsluiting in de camera betekent onherroepelijk het einde.
Wie veel onder extreme weersomstandigheden fotografeert, kan het beste een perfect passende regenhoes aanschaffen. Per objectief en cameramodel zijn hoezen te verkrijgen.Sommige hoezen bieden plaats aan je handen, hetgeen wel zo handig is om bij de verschillende knopjes te kunnen komen zonder de camera weer uit zijn beschermde omgeving te halen. Ook een onderwaterhuis is geschikt, maar is direct de duurste oplossing, waarbij maar een beperkt aantal objectieven te gebruiken is. De camera is met een onderwaterhuis wel onverwoestbaar ingepakt.
Fotografeer je slechts een enkele keer in de regen, dan volstaat een pedaalemmerzak ook. Knip een zo klein mogelijk gat in de onderzijde van de zak en steek hierdoor de lens (zonnekap) net naar buiten. Met een paar stevige stieken zet je de boel vast.
Een zonnekap vormt in de regen een perfect regenscherm en voorkomt een eindeloos gepoets. Fotografeer hierbij niet tegen de wind in, want dan hou je de lens uiteraard op geen enkele manier meer droog.
De gevolgen van neerslag
Het fotograferen van regen en buien biedt meer mogelijkheden dan druppels, dreigende wolkenluchten en bliksems. Regen laat zo zijn sporen na, waardoor ‘indirecte’ weerfoto’s te maken zijn.
Erosie
Afstromend hemelwater is in staat allerlei bodemmateriaal mee te voeren. Hoe harder het water stroomt, hoe zwaarder het materiaal zal zijn, van zand tot grind. Op hellende terreinen zijn nadat het water verdwenen is allerlei geulsystemen te zien, compleet met kronkels en eilandjes. Het zijn als het ware opgedroogde miniatuurriviersystemen. In de meeste gevallen zijn de patronen tamelijk oppervlakkig. Zodra wind en betreding door bijvoorbeeld mensen hun werk kunnen doen, verdwijnen de sporen weer. Op sterker hellende terreinen kunnen de erosiegeulen echter behoorlijk diep zijn.
Wanneer het regenwater maar lang genoeg de tijd krijgt (eeuwen, soms millennia), blijft het niet bij dat onschuldige erosiegeultje in het wandelpad. Als bodemmateriaal steeds maar wordt afgevoerd, ontstaan vanzelf dalen. Een voorbeeld op beperkte schaal zijn de holle wegen in Zuid-Limburg. In hoge berggebieden neemt de erosie door water (maar ook wind en ijs) extremere vormen aan, zeker daar waar gesteenten aanwezig zijn die tamelijk gemakkelijk oplossen in regenwater, zoals kalksteen. Men spreekt daar van karstverschijnselen, uiteenlopend van diepe kloven, markante rotspartijen en imposante grotcomplexen. Voor deze verschijnselen hoe je niet naar de andere kant van de wereld te reizen. Ook dichtbij huis zijn indrukwekkende karstverschijnselen te vinden, zoals de Fondry des Chiens (Nismes, Zuid-België), Mullerthal (Luxemburg) en delen van de Eifel (Duitsland).
Van waterplassen tot overlast
Als het een tijdje regent, kan al het water niet direct de bodem intrekken; er ontstaan plassen. Regenplassen geven een straat of bospad een ander karakter door de weerspiegelingen en de reflecties van licht. Tegelijkertijd ontstaat er de sfeer van ongemak. Een modderig bospad is een lastige horde bij een wandeling en grote plassen op straat bezorgen auto’s weinig grip. Als de regen maar lang genoeg aanhoudt of bijzonder intensief is in een korte tijd, gaan de regenplassen langzaam over in wateroverlast.
Bewerkte tekst uit het ‘Praktijkboek fotografie weer-, nacht & natuurverschijnselen’.
En nog een voordeel: Tijdens ‘slecht’ weer is het doorgaans een stuk rustiger in de natuur. 🙂
Inderdaad!
Bedankt voor het delen van de mooie foto’s. De invloeden van het weer op de kleuren en sfeer van een foto vind ik erg leuk om te zien. Zelf wil ook gaan uitproberen om onweer en bliksem vast te leggen. Dat ziet er zo spectaculair uit!