In november begeleidde ik de reis van mijn leven: met honderd Nederlands en Belgen ging ik op expeditie naar de Falklands, South Georgia en Antarctica. Ik hield een uitgebreid dagboek bij, zodat je kunt meegenieten van deze bijzondere reis. Het is haast een boek geworden, dus knip ik het dagboek in drieën. In deel 2 neem ik je mee naar South Georgia. Klik hier voor deel 1: Ushuaia en de Falklands.
11 november
Vandaag is een volwaardige zeedag. Het weer is grijs en voor dit deel van de oceaan opvallend rustig. Het voelt, zeker in het begin van de dag, dan ook niet koud aan. Er zijn vandaag verschillende presentaties over compositie, zeezoogdieren en zeehonden. Tevens is er een fotografencafé, waarbij men van alles kan vragen. Het lijkt niet heel erg nodig te zijn. Bij de camerareiniging is het wel druk, dus besluit ik te helpen met het schoonmaken van objectieven. Wanneer er walvissen worden gezien, wordt alles aan de kant gegooid en spoed iedereen zich naar buiten. Er zijn meerdere bultruggen te zien, uiteraard alleen met een ‘blow’ gevolgd door een rug met een vinnetje. Eenmaal horen we de bultrug ook, kippenvel. Onderdeel van de groep was sowieso een moeder met jong. Ons schip mindert vaart en gaat wat slingeren om in de buurt te komen en te blijven van de walvissen. Eerder op de dag was er overigens ook een mooie, wat spectaculairdere ontmoeting met een gewone vinvis. In de voedselrijke wateren (op de rand van de arctische divergentie) barst het ineens ook van de vogels, waardoor de vogelaars veel soorten bij kunnen schrijven, waaronder maar liefst vijf soorten albatrossen: wenkbrauwalbatros, zuidelijke koningsalbatros, grijskopalbatros en roetkopalbatros. Kaapse stormvogels, grijze stormvogels en blauwe stormvogels zijn slechts enkele van de andere soorten. Geen gekke dag zo midden op zee. Morgen zal het allemaal wat formeler worden…
12 november
Voorlopig weer even de laatste zeedag. Buiten is het met 0 graden gevoelig kouder. De wind blaast ook wat harder dan verwacht, waardoor het schip flink beweegt en er hoge golven over de boeg slaan. Ondanks de wind valt het aantal vogels tegen. Walvissen laten zich al helemaal niet zien op deze grijze dag. Wel is er een presentatie over South Georgia. De rest van de dag staat in het teken van de biosecurity check. Men wil de verspreiding van vogelgriep en exotische planten voorkomen. Er mag dan ook geen zandkorrel of zaadje aan rugzak, laarzen of jas zitten. Over het algemeen verloopt de check voorspoedig. Mijn nieuwe aangeschafte spullen bewijzen in ieder geval hun nut. In slechts enkele minuten heb ik mijn akkoord binnen. Na de check houden we een beeldbespreking. Er zijn ruim 70 uiterst gevarieerde beelden ingeleverd. We zijn nog niet klaar, of twee kleine ijsbergen melden zich. Bij de kapitein zie ik op de radar dat het een heel veld met ijsbergen is. Aan de horizon doemt dan ook een enorm exemplaar op. De kapitein is bereid een rondje rond deze fraai gevormde ijsklomp te varen. Het licht is op dat moment mysterieus prachtig, mede door de plotselinge sterke sneeuwval. Wat een prachtig einde van een verder formele zeedag!
13 november
Vandaag is de dag waar we allemaal naar uitgekeken hebben en zetten we voet aan land op ‘pinguïn-paradijs’ South Georgia. De eerste landing is op Right Whale Bay. Althans, dat is de bedoeling, maar door de niet aflatende tegenwind en golven gaan we te traag vooruit. Er zit niets anders op dan de eerste locatie te skippen. Wel passeren we weer enkele mooie ijsbergen en houdt Jan zijn verhaal over pinguïns.
Geleidelijk krijgen we steeds meer zicht op de bergen van South Georgia en zetten we koers richting Salisbury Plain. Hier leven nog meer koningspinguïns, maar de eerste landing valt bijna letterlijk in het water en moet om veiligheidsredenen worden afgebroken. Balen, geen landing. In plaats daarvan maken we een tochtje met de zodiak. De afstand tot de vogels is eigenlijk te groot voor fraaie foto’s en een gevoel van teleurstelling overheerst. In een beschutte baai lukt het toch nog kort voet aan wal te zetten. Eindelijk zien we de fotogenieke koningspinguïns van dichtbij op een witte achtergrond. Ook zijn er veel zeeberen aanwezig. Op de terugvaart zien we nog een zeeolifant die zijn vrouwtje steeds onder water drukt. Er hangt duidelijk lente in de lucht, al voelt het niet zo. Echt koud is het met min twee niet, maar stilzitten in een zodiak maakt koud.
14 november
Eindelijk lukt het… om 4.00u worden we door expeditieleider Ali gewekt en kunnen we een tijdje later met de zodiak aan land in St. Andrew’s Bay. Tijdens de vroege ochtendsessie is het licht aangenaam zacht. Waar te beginnen? De natuur is overweldigend! Overal liggen zeeberen, hier en daar een kolossale zeeolifant en natuurlijk zijn er overal koningspinguïns. Duizenden zwart-wit-oranje gekleurde vogels bevolken strand, grasland, rivieroever en sneeuwveldjes. Met de zeeberen is het uitkijken, het is immers lente. De mannetjes zijn al aanwezig, de meeste vrouwtjes nog niet. De mannetjes verdedigen hun territorium fel. Ook ik ervaar dat wanneer er van grote afstand een mannetje op me komt afgestorven. Niet rennen, maar je groot maken is het advies. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Alles in mij schreeuwt: vlucht. Met het hart in de keel blijf ik staan. Op een meter afstand voor me stopt het dier, kijkt me vragend aan en gaat liggen. Poeh. Daarmee verspert hij wel de logische route. De enige optie blijft zeer kort langs een jong dier te lopen. Deze accepteert dat gelukkig wel. De ochtend beperkt zich tot de rivier die het water van de gletsjer naar de zee afvoert. Die rivier is wel echt een plaatje. Aan beide kanten en op beide oevers staan pinguïns. Op de achtergrond besneeuwde bergen. Wauw. Op de terugweg vermaak ik me nog met pinguïns op een sneeuwveld. Onhandig schuifelen ze omhoog om bij de verste pinguïn aan te komen. Verder lukt kennelijk niet. Geen idee waarom ze deze klimpartij ondernemen, maar al rap komen ze ook weer naar beneden. Dat gaat nog onhandiger dan naar boven. Met hun kopjes naar beneden turend lijken ze dat zelf ook te beseffen. Tussen alle zeeberen door klimmen we weer aan boord van de zodiak.
Het is een raar idee om na zoveel uur pas half 9 op de klok te zien. Voor mijn gevoel zit er al een halve dag op; toch is het nu pas tijd voor ontbijt. Daarna keren we snel terug naar hetzelfde strand. Er wordt een uiterst zeldzame zwarte koningspinguïn gezien, terwijl ik me wederom vermaak met het gestuntel op de sneeuw. Boven de bergen begint het op te klaren. Doel van dit tweede uitstapje is de grote kolonie aan de andere kant van de rivier. Die wil ik liever niet in de zon, dus loop ik zo rap mogelijk door. Ik steek de rivier vol pinguïns over en beklim een heuvel. Het uitzicht is onbeschrijflijk. Het is lastig om het in woorden te vertalen. Het is niet de mooiste plek ook aarde, maar misschien wel de plek met de grootste wauw-factor. Weergaloos. Adembenemend. Kippenvel allover. Vanaf de heuvel kijk je op de kolonie van vele honderdduizenden koningspinguïns. Honderdduizenden!! Het geluid klinkt als een zwerm racedrones. Hier ervaar je wat echte natuur is. Geen mensen, alleen eindeloos veel dieren in een breed dal tussen machtige bergen. De zon breekt goed door en ik ben veel te warm aangekleed. Overal sneeuw, maar bloedheet. Ik verbrand zelfs flink.
De lunch voelt inmiddels als avondeten. De meeste mensen houden daarna even rust tijdens de vaartocht van twee uur naar Gold Harbour. Ik niet. Het uitzicht op de bergen is immers imposant. Gold Harbour lijkt getroffen te worden door vogelgriep (zieke zeeberenpups), waardoor de landing helaas alweer geskipt wordt. Als alternatief maken we een zodiaktour van 1,5 uur door de baai. Het machtige landschap biedt een fraai decor voor de massa’s pinguïns en zeeberen. Ik zie weinig geks; het enige dode dier is een zeeolifant die vakkundig opgepeuzeld wordt door de reuzenstormvogels. Vanaf de boot zien we Antarctische sterns van dichtbij, alsmede een endemische pijlstaart. Op het strand ontdekken we een witte pup, iets dat maar bij 1 op de 35.000 dieren voorkomt. Koningspinguïns zwemmen voorbij, terwijl reuzenstormvogels een badje nemen.
In de avond is er een barbecue. Nog koud van de zodiak besluit ik die binnen op te eten. De bonte avond sla ik graag over. Tijd voor een back-up.
15 november
Het is een prachtige heldere ochtend. De zonsopkomst van 3.00u heb ik toch maar even aan me voorbij laten gaan. Vandaag is de grote dag. Die van de biosecurity-controle wel te verstaan. In de baai van ‘hoofdstad’ Grytviken komen enkele inspecteurs aan boord. Ze controleren alle paspoorten, terwijl wij nog kort wat uitleg krijgen van een museummedewerker. Voordat we naar de zodiak gaan, worden we eerst nog door het team van Oceanwide gecontroleerd. Daarna wordt er door de autoriteiten steekproefsgewijs gecontroleerd of alle laarzen, broeken, jassen en tassen 100% schoon zijn. Er mag letterlijk geen zandkorrel aan zitten. Ondanks de uitdagende groep van natuurfotografen blijkt alles helemaal schoon. Oceanwide, ons schip Plancius, is het enige die dat tweemaal op rij weet te presteren!
Dan is het toch echt tijd Grytviken te verkennen. Het plaatsje (gesticht in 1904), dat tegenwoordig geen permanente bewoning kent, bloeide ooit door de walvisvangst. In totaal zijn hier 175.000 walvissen aan hun einde gekomen. Een groot deel van de installaties staat als roestige getuigen aan de baai. Het is indrukwekkend om hier tussendoor te lopen. Antactische sterns en zeeberen, ooit eveneens intensief bejaagd en bijna uitgestorven, hebben nu bezit genomen van Grytviken. Op de kleine begraafplaats bevindt zich het graf van de beroemde poolonderzoeker Ernest Shackleton. In 1909 wist hij de zuidpool tot 156km te naderden. In 1914 overnam hij en nieuwe poging, nu met het doel het hele continent over te steken. Het schip kwam echter vast te zitten in het pakijs en verging uiteindelijk. Meer dan een jaar zat hij vast op het ijs, toen hij besloot met een drietal reddingsboten proberen te ontsnappen. Hij bereikte Elephanteiland, maar omdat dat niet bewoond was, besloot hij zelf met één sloep verder te gaan. Na 1600km wist hij South Georgia te bereiken, echter aan de onbewoonde kant. Verder varen was geen optie, waarna hij besloot de bergketen te voet over te steken. Hij wist het huidige Grytviken te bereiken. Een grote reddingsoperatie startte; alle bemanningsleden overleefden de expeditie. In 1921 startte Shackleton een nieuwe expeditie, maar een hartaanval werd hem fataal. Op 5 maart 1922 werd hij in Grytviken begraven.
Fortune Bay is de volgende halte. De zee is hier een stuk ruwer onder de blauwe hemel. Het landschap is uitgestrekt, omringd door hoge bergen met een grote gletsjer op de achtergrond. Nog niet zo heel lang geleden reikte deze gletsjer tot aan de zee, maar nu biedt het dal thuis aan tienduizenden koningspinguïns en vele zeeberen. Ze staan ons al dreigend op te wachten; het blijft uitkijken. Het ene moment liggen ze te slapen, het volgende moment proberen ze je aan te vallen. Het dal wordt doorsneden door beekjes en overal zijn plasjes water. Het landschap biedt dan ook vele fraaie mogelijkheden. De grote kolonie bevindt zich een eind naar achteren in het dal. Voor het eerst kunnen we dicht bij de jonge bruine vogels komen. Zeker in het tegenlicht is het een prachtig gezicht, mede door de donkere rotswand op de achtergrond. Zeg je kolonie, dan zeg je ook rovers. Ook in de lucht gebeurt van alles. Wanneer de zon verdwijnt, schiet de temperatuur meteen fors naar beneden. De terugtocht met de zodiak is een stuk hobbelige en we worden dan ook nat van het opspattende water.
Het anker wordt gelicht om koers te zetten naar Antarctica. Eigenlijk zouden we dat morgen pas doen, maar er wordt storm voorspeld. De kans op een landing is klein en de storm kan voor vertraging zorgen. Dan maar het zekere voor het onzekere. De stormverwachting zorgt op een run op pleisters, nu maar hopen dat ze niet nodig zijn.